maandag 28 juni 2010

Naar het plekje dat niemand wist...

Het is eind juni en op vogelgebied op veel plekken saai. Maar soms heb je de kolder in je kop en gewoon even zin in wat anders. Dat had ik gisterenavond ook en ik besloot om vanmorgen stiekem eens bij de Bijeneters te gaan kijken die al meer dan een maand lang in Limburg worden gezien. Omdat ze daar vermoedelijk een broedpoging doen, worden ze 'stil gehouden'. Dat 'stil houden' is een typisch fenomeen in vogelaarsland. Niemand mag het weten, behalve een paar mensen dan. Die paar gaan er dan naartoe, heel regelmatig vergezeld door wat bevriende vogelaars. Zodoende weten steeds meer mensen het, maar niemand mag het weten... Als dat een paar weken duurt, is het zo algemeen bekend, dat we spreken van een publiek geheim. Achterliggende gedachte, het respecteren van de rust van de vogels, is natuurlijk prima. Het resultaat van de gang van zaken zoals hierboven beschreven is, mijns inziens ook. Men gaat dan niet dagenlang met tientallen vogels en fotograferen bij de vogels kijken, maar heel gereguleerd, dagelijks een paar mensen. Afijn, als de wekker vanmorgen om 3.30u gaat, smeer ik wat boterhammen en hijs ik mezelf in de auto. Even na zes uur ben ik op het plekje dat niemand wist. Al snel vind ik de steile wand, waar enkele tientallen nestholtes van Oeverzwaluwen te zien zijn. Ik neem de tijd om van een afstandje te observeren waar ik het meeste kans maak om de Bijeneters te vinden. Na drie kwartier ga ik op een rustig plekje langs het riviertje zitten. Ik zie onder meer twee Kleine Plevieren, minstens twee langsvliegende IJsvogels (soms met visje in de bek), tientallen foeragerende Oeverzwaluwen en een leuk groepje van tien overvliegende Kruisbekken. Even na negen uur heb ik nog steeds geen Bijeneter gezien of gehoord, dus besluit ik maar eens wat verder langs het riviertje te gaan wandelen. Het is een prachtige omgeving, met een meanderend riviertje en veel struiken en bomen. Rond half tien is het dan plotseling raak. Ik zie tussen wat boomtoppen door plotseling het bekende silhouet van een Bijeneter. Weer een kwartier later komt er een Bijeneter schuin over me heen vliegen. Ik zie hem landen in een populier die een paar honderd meter verderop staat. Op een plek waar ik in veel richtingen goed zicht heb, zet ik mijn telescoop op en ga ik een poosje staan afwachten. In een uur tijd hoor ik verschillende keren Bijeneters roepen (soms ook meer tegelijk), maar ik zie er nog maar drie keer één vliegen. Wel heel leuk natuurlijk! Twee keer heb ik de kans om een paar foto's te schieten, maar vanwege de afstand kom ik niet verder dan wat bewijsplaatjes.

Intussen hoor ik ook bijna een uur achter elkaar zeker twee zingende Wielewalen en zie ik een Grote Gele Kwikstaart, weer een groepje (zes) overvliegende Kruisbekken en twee Boomvalken. Om elf uur vind ik het welletjes. Hoewel ik erg genoten heb van de Bijeneters en de andere soorten, had ik toch wel wat meer verwacht. Ik droomde er van om in alle rust de vogels in zit te kunnen bekijken, het liefst parend en voerend enzo, en ook dat ik met prachtige foto's thuis zou komen natuurlijk. Toch blij dat ik ze in elk geval gezien heb, rijd ik snel door naar de Hamert, waar gisterenavond en vanmorgen twee Zwarte Ooievaars aanwezig waren. Als ik op de plek aankom, tref ik drie andere vogelaars die me weten te melden dat de vogels al een half uur onvindbaar zijn. Er is echter ook niet gezien dat ze zijn opgevlogen. Op twee plekken zoek ik het gebied af, maar zonder resultaat. Dat wil zeggen zonder het gewenste resultaat, want ik geniet wel erg van acht Boomvalken, die echt als groep op libellen aan het jagen is. Een prachtig gezicht!

Ook op deze plek hoor ik twee zingende Wielewalen en een medevogelaar wijst me nog op drie Rosse Fluiteenden. Daardoor laat ik mijn dag ook niet meer verpesten. Ik bedenk nog wel dat ik ze liever op mijn bord heb. Omdat ik deze beesten nooit eerder heb gezien, maak ik een plaatje. Dan zet ik weer koers naar het Zeeuwse.

zaterdag 26 juni 2010

Wielewalen en Kruisbekken langs de Nolledijk!

Hoewel ik nog best zin heb om even te blijven liggen (nachtje van minder dan drie uur), rijd ik vanmorgen om half zeven naar de Nolledijk. Het is prachtig weer, er staat een heel zwak oostenwindje en gisteren zijn er bij de Vulkaan Kruisbekken gezien. Ik weet dat Thomas en Pieter ook komen en vlak na mij komt Pim ook aan. We tellen met z'n vieren van 6.45u tot 8.30u. Daarna blijf ik nog een uurtje solo. De enige enigszins serieuze trek die we zien is van groepen Spreeuwen. We tellen er in totaal dik 4000. Daarnaast zien we onder meer 12 Blauwe Reigers (onder meer een groep van zeven juvenielen), een Boomvalk, twee Witgatjes, twee Zomertortels, vier Oeverzwaluwen, een Grote Lijster, twee Wielewalen en 32 Kruisbekken. De Wielewalen zijn pas mijn eersten dit jaar (hoog door het binnenland en schuin over ons heen de dijk kruisend) en de Kruisbekken zien we niet allemaal. Na een fraaie langsvliegende groep van 24 horen we nog drie keer overvliegende Kruisbekken roepen. Twee keer een groepje (geschat op twee en vijf) en één keer een 'losse'. Leuk hoor, het najaar is begonnen!

vrijdag 25 juni 2010

Horen is scoren!

Al een tijdje had ik het plan om weer eens Nachtzwaluwen te gaan 'doen' bij Hoogerheide. Toen er gisterenavond laat een Kleinst Waterhoen werd ontdekt bij Dussen (Noord-Brabant), besloot ik dat het vanavond maar moest gebeuren. Om 21.30u pik ik in Goes Pieter op en even na tien uur stappen we op de bewuste plek uit de auto. Hoewel we de plek waar ik andere jaren ben geweest niet kunnen vinden, komen we wel verschillende Nachtzwaluwen tegen. We horen zeker vier verschillende exemplaren zingen en hebben het geluk dat sommige vogels zich ook mooi laten zien. Eén vogel zie ik op een kale tak landen, waarna ik hem op enige afstand kort in zit kan bekijken. Daarna geeft het beestje voor ons een fraaie vliegshow weg, compleet met bidden en tijdens het vliegen het opgewonden 'wiet' roepje. Als het al wat donkerder wordt vliegen er minutenlang twee vogels vlak boven onze hoofden. Spectaculair hoor! We horen daar ook een roepende Zwarte Mees. Na een uurtje is het zo donker geworden dat we besluiten door te rijden naar het Kleinst Waterhoen. Als we daar even na middernacht aankomen, treffen we Alwin Borhem, die de vogel al één keer heeft gehoord. Er zijn veel afleidene bijgeluiden van Grutto's, Kieviten, Scholekster, Meerkoeten en Grauwe Ganzen, maar ook een voortdurend draaiende tractor. Het duurt nog ruim een half uur voordat het Kleinst Waterhoen één keer luid zijn roep laat horen. Weer een kwartier later gaat de vogel wat frequenter roepen. We horen in twintig minuten tijd zes of zeven keer de bekende droge ratel. Na roepende Kleinst Waterhoentjes bij Alkmaar in 2002 en bij Alblasserdam in 2003 zag ik vorig jaar het paartje bij de Groene Jonker, Zevenhoven. Dit is dus mijn vijfde in Nederland. Voordat ik thuis weg ging, had ik nog snel een plek opgeschreven waar de ontdekkers van het waterhoen (Albert de Jong en Peter Verhelst) een Kwartel hadden gehoord. We rijden om 01.45u nog even door naar deze plek, in de polders achter Hank. Op de aangegeven locatie horen we meteen een Kwartel roepen, even later gevolgd door nog twee andere vogels. Allemaal op één plek! Samen met de soorten die we al op zak hadden, kunnen we niet anders dan concluderen dat we goed gescoord hebben. Want voor vogelaars geldt: horen is scoren!

woensdag 9 juni 2010

Dougalls Stern als nieuwe soort!

In de derde week van mei was ik met een schoolgroep een week in Duitsland. Ik kreeg toen een sms met de melding dat er een Grote Karekiet zat te zingen in het Schouwersweel bij Heinkenszand op Zuid-Beveland. De vogel is de afgelopen weken regelmatig gemeld en vanmorgen rijd ik er maar eens naar toe. Meteen bij aankomst hoor ik de Grote Karekiet al zingen. Voorzichtig loop ik naar de plek waar het geluid vandaan komt. De karekiet gaat onverstoorbaar door met zingen. Hij blijft jammer genoeg vooral onder in het riet. Eén keer komt hij naar boven en kan ik hem (door de kijker) mooi zien zitten. Omdat er veel andere rietstengels voor zitten, wordt een foto lastig. Na drie kwartier taai ik af. Ik check nog wat plekjes op Steenuilen, maar die zijn in deze tijd van het jaar niet makkelijk. Ik krijg nog wel de kans om een volop zingende Bosrietzanger te fotograferen.

Op dezelfde plek zie ik bovendien eindelijk mijn eerste Grauwe Vliegenvanger van het jaar en ook een Zomertortel. Als ik naar huis rijd, bedenk ik dat dit pas mijn derde waarneming van Grote Karekiet in Zeeland was. In mei 2007 zag en hoorde ik twee Grote Karekieten: eentje op 16/05 bij kasteel Westhove, Oostkapelle en op 26 mei één in de Wanteskuup, Colijnsplaat. Gisteren ontdekte Sander Lilipaly twee Dougalls Sterns in de Flauwers Inlaag op Schouwen-Duiveland. Omdat ik deze soort vorig jaar bij Stellendam nog liet lopen (of liever vliegen), en omdat ik vandaag vrij ben, besluit ik deze keer wel de gok te wagen. Mijn plan is om 's middags met hoog water te gaan, maar dan zie ik rond 10.00u dat Marcel Klootwijk hem vanmorgen al gezien heeft. Ik besluit niet langer af te wachten en zet koers naar de Prunje. Om kwart voor elf sluit ik me aan bij een Belg, die het eiland met Grote Sterns af staat te speuren. Een kwartiertje en vijf scans later zie ik de Dougalls Stern opeens op een steen staan, net achter het eiland tussen wat Grote Sterns. Nadat ik enkele andere vogelaars op de stern gewezen heb, kan ik in het daaropvolgende uur kenmerken goed zien: rode pootjes, erg lichte totaalindruk (mantelkleur als Grote Sterns), postuur als iets kleinere Visdief, langgerekt en sierlijk ogend, roze zweem op borst en zelfs een beetje in het gezicht, tot ver in de nek doorlopende zwart kopkap, fijne zwarte snavel (lijkt iets meer naar beneden gebogen dan bij Visdief). Ook opvallend is de donkere buitenste handpen, die zelfs in zit zichtbaar is. Ik zit op de dijk nog een tijdje blij te zijn met deze nieuwe soort (nummer 368 in NL). Er vliegen in de inlaag ook nog enkele Dwergsterns en twee Zwartkopmeeuwen rond. Als ik terug rijd, kom ik nog een fotogenieke Grutto tegen. Als ik uitgefotografeerd ben, ga ik dik tevreden naar huis.

zaterdag 5 juni 2010

Bootje varen in de Biesbosch...

Al maanden geleden hadden we voor deze datum een met de VWG Walcheren een vaarexcursie door de Biesbosch gepland. Ook een aantal leden van de VWG Katwijk hebben zich bij ons aangesloten. Het is prachtig weer als we om 7.15u onder leiding van boswachter Theo Muusse afsteken. Helaas zijn we dan aan de late kant voor een ontmoeting met de bever, een dier wat we helaas niet meer te zien krijgen. Het wordt een ontspannen vaartochtje, twee keer gaan we ook een poosje aan land. Aardig wat deelnemers hebben in deze tijd van het jaar meer aandacht voor libellen dan voor vogels, maar dat mag de pret niet drukken. Ik scoor ook zomaar een stuk of acht libellensoorten. De Platbuik en de Grote Keizerlibel laten zich (bij gebrek aan de macrolens) ook met de telelens aardig fotograferen.

Qua vogels is het allemaal niet erg spectaculair in deze tijd van het jaar. Maar hoewel echt onverwachte schaarse uitblijven, hebben we als we om half elf aanmeren toch wel een leuk lijstje: vier Grote Zilverreigers, een hoempende Roerdomp, Havik, vier IJsvogels, Blauwborst, zeker vijf Cetti's Zangers, mijn eerste Snor van het jaar, Sprinkhaanzanger, een stuk of tien Gekraagde Roodstaarten, waarvan verschillende mannetjes zich leuk laten zien, en twee overvliegende Appelvinken.

We rijden dan nog door naar de Hardenhoek en Polder Matha, waar we onder meer nog 18 Zomertalingen en een slordige 25 Bontbekplevieren zien. Peter Meininger is zo vriendelijk om me even bij vrienden in Werkendam af te zetten, waar ik de rest van de dag doorbreng. Toch wel leuk om weer eens in een heel ander gebied te zijn geweest, dan waar ik normaal gesproken kom.

woensdag 2 juni 2010

Herfst in juni...

Afgaande op de mooie weersvoorspellingen wilde ik vanmorgen eigenlijk wat plekjes in Zeeuws-Vlaanderen aan doen. Als ik echter drie kwartier later dan gepland wakker wordt, wijzig ik de plannen en zet koers naar het Vroon. Onderweg stel ik al vast dat er van de beloofde zonnige dag vooralsnog bijzonder weinig te zien is. Als ik langs de Hogeweg parkeer, is het al helemaal dichtgetrokken. Even later gaat het ook nog wat harder waaien en dat maakt het buten bijzonder onaangenaam. Het is bgein juni en misschien een graadje of zeven... Ik noteer een Geoorde Fuut, een mannetje Tapuit, zeven Kleine Pleveiren, 18 Bontbekplevieren en een kleine 40 Dwergsterns. In een half uurtje op de zeedijk lees ik van drie 2e kj Zilvermeeuwen nog een kleurring af. De leukste is een vogel uit Noord-Frankrijk. Langs de Hollandseweg tussenWestkapelle en Meliskerke zie ik nog twee late Tapuiten op een akker. Later op de ochtend (als ik al lang en breed weer thuis ben) trekt het alsnog helemaal open en wordt het met wat vertraging toch nog een prachtige zomerdag. Tussen Serooskerke en Vrouwenpolder hoor ik eindelijk mijn eerste Spotvogel van het jaar.